Bio-Oefentoetsen
4V T4 '03

Home

4V T4 '03
4V T4 Antw.
4V T3 '03
4V T3 Antw.
4V T2 '02
4V T2 Antw.

4VWO Trap 4 2003

                                                                 

 X-chromosomaal overervende eigenschap

 

Een eigenschap erft X-chromosomaal en recessief over.

1        Wat is juist?

  1. Een moeder met deze eigenschap krijgt altijd een zoon met deze eigenschap
  2. Een moeder met deze eigenschap krijgt altijd een dochter met deze eigenschap
  3. Een vader met deze eigenschap krijgt altijd een zoon met deze eigenschap
  4. Een vader met deze eigenschap krijgt altijd een dochter met deze eigenschap 

Groene ogen

 

Naast een allel voor bruine ogen, B, bestaat er ook een allel voor groene ogen, G. Zowel B als G is dominant over b, het allel voor blauwe ogen. B en G zijn co-dominant. De combinatie BG levert groenbruine ogen op.

Een vrouw met groene ogen heeft bloedgroep O. Haar moeder had blauwe

ogen. Zij verwacht een kind van een man met bruine ogen en bloedgroep AB.

Zijn moeder had ook blauwe ogen.

 

2        Bereken de kans dat het kind bruine ogen en bloedgroep A heeft.

 

Spierdystrofie

 

Spierdystrofie is een ernstige spierziekte die X-chromosomaal overerft. Een

vrouw is draagster van deze ziekte en kan PTC proeven. Haar man

heeft de ziekte niet en kan geen PTC proeven. De twee hebben een zoon

zonder spierdystrofie, die geen PTC kan proeven. De twee verwachten een

zoon.

 

3         Bereken de kans dat deze zoon spierdystrofie heeft en homozygoot is voor de eigenschap PTC proeven.

 

Een stamboom

 

Onder aan deze pagina is een stamboom van een bepaalde familie

weergegeven. Vrouw V verwacht een twee-eiige tweeling. Ze heeft een

bepaalde genetische afwijking en wil het risico weten dat beide kinderen deze

afwijking ook zullen hebben. Ze weet noch het genotype van haar man, noch

van diens ouders.

 

4          Bereken het risico dat de beide kinderen van de vrouw de erfelijke ziekte zullen hebben.

  

Kippen

 

Bij kippen komen verschillende vormen van de kam voor. Deze vorm wordt

bepaald door de dominante allelen P en Q en de recessieve allelen p en q.

Deze allelen zijn alle niet X-chromosomaal. In de volgende tabel is de relatie

tussen de aanwezige allelen en de vorm van de kam bij kippen weergegeven.

 

Aanwezigheid allelen

Fenotype

P en qq

Rozenkam

Q en pp

Erwtenkam

P en Q

Walnootkam

Pp en qq

Normale kam

 

Een man heeft een haan met een normale kam en een hen met een

walnootkam. Uit een paring van deze haan en hen ontstaan vijf kuikens: twee

met een normale kam en drie met een walnootkam. De man wil alleen kippen

met een rozenkam hebben. Hij verkoopt daarom de vijf kuikens en ruilt zijn

haan of hen tegen een andere haan of hen.

  

5          Kan hij in dit geval het beste zijn haan ruilen voor een andere haan of zijn hen voor een andere hen? En welk fenotype moet die haan/hen hebben?

  1. Een haan met een erwtenkam
  2. Een haan met een rozenkam
  3. Een haan met een walnootkam
  4. Een hen met een erwtenkam
  5. Een hen met een normale kam
  6. Een hen met een rozenkam 

De boer bezit ook legkippen. In het voer voor deze kippen zitten bepaalde eiwitten, die de leg van de kippen bevorderen.

 

6        Benoem de groep eiwitten waartoe de eiwitten in het voer behoren.

 

De boer ontdekt dat een bepaald eiwit X de leg van de kippen sterker bevordert dan de eiwitten in het voer dat hij geeft. De boer wil graag meer winst maken, dus hij wil over grote voorraden van dat eiwit beschikken. Daartoe wil hij het eiwit gaan produceren met behulp van DNA-recombinatie.

 

7        Noem de twee genen die de boer zeker nodig heeft om het eiwit zelf

          te kunnen produceren.

 

Vruchtwaterpunctie

 

Een vrouw van 45 die zwanger is, krijgt vaak een vruchtwater punctie. Een

vrouw van 25 die net zwanger is, daarentegen niet.

 

8       Geef hiervoor twee verklaringen.

9       Stel dat de punctie van een vrouw positief is, betekent dat dan dat haar

         kind gezond is?

      A. Nee

      B. Ja, want aan het karyogram zijn dan geen afwijkingen te zien

      C. Ja, want aan het DNA-profiel is dan niks afwijkends te zien

 

Drosophilas

 

Bij Drosophila`s (fruitvliegjes) erft het gen voor oogkleur X-chromosomaal over. Roodogige vrouwtjes kunnen zowel homozygoot als heterozygoot zijn voor de oogkleur. Een roodogig vrouwtje wordt gekruist met een witogig mannetje. 
Bewering I: Als het vrouwtje heterozygoot is voor de oogkleur is de helft van de nakomelingen ook roodogig
Bewering II: Als het vrouwtje homozygoot is voor de oogkleur zijn alle nakomelingen ook roodogig

 

10      Welke van deze beweringen is/zijn juist?

  1. Beide beweringen
  2. Alleen bewering I
  3. Alleen bewering II
  4. Geen van beide beweringen

Katten

 

Bij katten wordt de kleur en het patroon van de vacht bepaald door minstens tien

verschillende genen. X-chromosomaal zijn de allelen X-D voor oranje en X-d voor zwarte

vachtkleur. Bij een heterozygoot vrouwtje (X-DX-d) wordt tijdens de embryonale

ontwikkeling in sommige cellijnen het X-D-chromosoom uitgeschakeld, in andere cellijnen

het X-d-chromosoom. Hierdoor krijgt de vacht een vlekkenpatroon van oranje en zwarte

vlekken. Het precieze vlekkenpatroon is afhankelijk van het stadium van de embryonale

ontwikkeling waarin een X-chromosoom is uitgeschakeld.

Een oranje kater paart met een homozygoot-zwarte poes. Zij krijgen een nest met vier

poesjes. Deze poesjes zijn vrouwtjes. Ze zien er als volgt uit:

- poes 1 is oranje,

- poes 2 is zwart,

- poes 3 is voor ongeveer 2/3 deel oranje; het oranje wordt afgewisseld met 5 zwarte kleurvelden,

- poes 4 is voor ongeveer 2/3 deel zwart; het zwart wordt afgewisseld met 5 oranje kleurvelden.

 

11      Bij welke van de poezen 1, 2, 3 en 4 zal het X-D-chromosoom in  de cellijn die de vachtkleur bepaalt, het vroegst in de embryonale ontwikkeling zijn uitgeschakeld?

  1. Bij poes 1
  2. Bij poes 2
  3. Bij poes 3
  4. Bij poes 4 

Chloorsulfan

 

Chloorsulfan is een voorbeeld van een herbicide, een stof die planten doet afsterven. Veel gewassen zijn door het inbouwen van een bepaald, niet soorteigen gen resistent gemaakt tegen deze stof, zodat zij niet afsterven en het onkruid om hen heen wel.

 

12      Geef de algemene naam voor gewassen waarin een niet soorteigen gen

          is ingebouwd, dat het gewas in kwestie nieuwe eigenschappen geeft.     

 

Wanneer het chloorsulfan een cel van zon gewas binnendringt, wordt het

onmiddellijk afbegroken

 

13      Wat is daarvoor de verklaring?

  1. Er is een gen ingebracht dat chloorsulfan afbreekt
  2. Er is een gen ingebracht dat codeert voor een nieuw enzym
  3. Er is een gen ingebracht dat codeert voor mRNA dat chloorsulfan afbreekt
  4. Er is een gen ingebracht dat een eiwit transformeert in een chloorsulfan afbrekend enzym

stamboom.gif

Bij: Nectar H7 + 8