Kwallen
De kompaskwal, een kwallensoort die voorkomt in bijna alle Europese zeeën, plant zich ongeslachtelijk voort. Een onderzoeker dient bij zo'n kwal éénmaal een stof X toe, die in het DNA van de kwal wordt ingebouwd. De kwal kan deze stof zelf niet aanmaken.
1 Zal zich bij nakomelingen van deze kwal meer, minder of evenveel van stof X in het DNA bevinden? Leg je antwoord uit.
Kompaskwallen zijn niet gevoelig voor de overgang van de seizoenen en
temperatuurschommelingen.
Bron 1 geeft het aantal kompaskwallen in een bepaalde Europese zee
gedurende een jaar weer.
2 Leg uit hoe het mogelijk is dat in zo'n
korte tijd het aantal kwallen zo sterk kan
afnemen, en vervolgens weer zo snel weer
toenemen kan.
3 Leg uit of het volgens de evolutietheorie
van Charles Darwin waarschijnlijk is of er
in dezelfde zee veel kompaskwallen leven die zich
zich geslachtelijk voortplanten.
Territoria
Uit onderzoek blijkt dat dieren met een groot territorium een grotere kans hebben om zich succesvol voort te planten dan dieren met een klein territorium.
4 Geef daarvoor een verklaring, waarin je twee voordelen van een groot territorium naar voren laat komen.
Spermacellen
Over de vorming van spermacellen in de testes van een man worden de volgende beweringen gedaan:
- Aan het begin van de meiose II van de vorming van spermacellen bestaat ieder chromosoom uit twee chromatiden.
- De spermamoedercellen ontstaan in de testes door mitose.
- Vermindering van de hoeveelheid cytoplasma en de vorming van de staart van een spermacel vinden na meiose II plaats.
5 Welke van deze beweringen zijn juist?
A. Alleen de beweringen 1 en 2
B. Alleen de beweringen 1 en 3
C. Alleen de beweringen 2 en 3
D. De beweringen 1, 2 en 3
Een celdeling
Een biologiestudent beschikt over een kaart waarop een menselijke celdeling is weergegeven. Na de deling ontstaan twee dochtercellen. Over deze kaart worden drie beweringen gedaan:
- Wanneer de dochtercellen een diploïd aantal chromosomen hebben, is vast te stellen of de kaart een mitose of een meiose I weergeeft.
- Uit de gebeurtenissen tijdens de anafase van de deling op de kaart is vast te stellen of de kaart een mitose of een meiose I weergeeft.
- Uit de hoeveelheid DNA in een dochtercel is vast te stellen of de kaart een mitose of een meiose I weergeeft.
6 Welke van deze drie beweringen zijn juist?
- Alleen bewering 1
- Alleen bewering 2
- Alleen bewering 3
- Alleen de beweringen 1 en 2
- Alleen de beweringen 1 en 3
- Alleen de beweringen 2 en 3
Chlamydomonas
Chlamydomonas is een eencellig organisme dat in het water leeft. Het diploïde stadium van dit organisme is beperkt tot de zygote. Zo'n zygote ontstaat wanneer haploïde individuen onder bepaalde omstandigheden met elkaar samensmelten. De zygote ondergaat dan meiose en er ontstaan vier nieuwe individuen. Door mitotische delingen kunnen zij weer nieuwe individuen vormen.
7 Leg uit dat de soort Chlamydomonas een grote kans heeft om zich
succesvol te handhaven in een ecosysteem.
Twee individuen M en N van Chlamydomonas versmelten met elkaar. Individu M heeft het aminozuur arginine nodig om in leven te blijven. Individu N heeft geen arginine nodig om te overleven. Het al of niet nodig hebben van arginine om te overleven wordt bepaald door één gen.
8 Welk percentage van de nakomelingen van de individuen M en N heeft arginine nodig om te overleven?
A. 0%
B. 25%
C. 50%
D. 100%
E. Dat is niet te bepalen
Koude cellen
Een vrouw die wel een kinderwens heeft, maar geen vruchtbare man, kan om toch zwanger te raken gebruik maken van donorsperma dat bewaard wordt in een spermabank. In deze banken wordt het sperma bewaard in vloeibaar stikstof (-196 ºC); bij deze temperatuur zijn de scheikundige processen in de cel gestopt. Banken voor eicellen bestaan echter (nog) niet, omdat het diepvriezen van eicellen problemen oplevert.
Maar waarom kunnen spermacellen dan wel worden ingevroren en eicellen niet? Hiervoor worden vijf verklaringen geopperd:
- De spermatogenese (vorming van zaadcellen) vind plaats bij een lagere temperatuur dan de oögenese (vorming van eicellen).
- Diepgevroren zaadcellen kunnen bij het invriezen langere tijd zonder zuurstof dan diepgevroren eicellen.
- Het aantal mitochondriën is in spermacellen veel lager dan in eicellen.
- Het celmembraan van eicellen is veel kwetsbaarder dan dat van zaadcellen.
- Het watergehalte van eicellen is veel groter dan dat van zaadcellen.
9 Geef het nummer/de nummers van de verklaring(en) die een logisch antwoord op deze vraag geeft/geven.
Chimpansees
Bij chimpansees komt regelmatig kindermoord voor. Een man doodt dan één
of meer jongen in de groep. De wetenschapper Sarah Blaffer Hrdy uitte de
hypothese dat de evolutionaire achtergrond van dit gedrag is, dat de man
alleen jongen van andere mannen doodt.
10 Geef een biologisch argument waarmee Hrdy haar hypothese aannemelijk kan maken.
Bevallingsproblemen
De bevalling van een bepaalde vrouw was geen pretje: de weeën van de vrouw verliepen namelijk niet goed en dus moest bij de vrouw een keizersnede worden gedaan. Ook borstvoeding geven was voor de vrouw een probleem: haar baby kreeg om de een of andere reden niet voldoende moedermelk binnen.
11 De bovengenoemde problemen waarmee de vrouw kampte, waren het gevolg van een foute afgifte van een bepaald hormoon. Kan dit hormoon prolactine zijn? En oxytocine?
A. Zowel prolactine als oxytocine
B. Alleen prolactine
C. Alleen oxytocine
D. Geen prolactine en ook geen oxytocine
IVF
Bij IVF laat men bij een vrouw meerdere follikels rijpen, die buiten het lichaam
van de vrouw worden bevrucht. In het morulastadium (4 tot 8 cellen) van de
eicellen worden deze teruggeplaatst.
12 Heeft een vrouw bij wie IVF is aangeslagen een grotere kans op het krijgen van een tweeling? Zo ja, is dit een eeneiige of een twee-eiige tweeling?
A. Nee
B. Ja, een eeneiige tweeling
C. Ja, een twee-eiige tweeling
Trofoblast
Een belangrijke taak tijdens de embryonale ontwikkeling is weggelegd voor een groepje cellen dat het embryo omhult: de trofoblast.
13 Leg uit waarom deze trofoblast zon ongelooflijk belangrijke functie heeft tijdens de zwangerschap. Gebruik in je antwoord de termen HCG, villi, amnion, chorion en kiemschijf.